Vissen op Reindeer Lake , Canada 2008

Van 12 juli tot en met 26 juli is Axel Koenders met Koos en Annie de Bree naar Canada meegeweest om op snoek en meerforel te vissen in het Reindeer Lake. Samen met Hans Leurink en Arno Brink, twee Kampenaars, vertrok ik op vrijdag 11 juli voor een lange reis naar Canada.

Via Minneapolis, Winnipeg, Lynn Lake en na een autorit van 2 uur arriveer je in het gehucht Kinoosoa. Dit ligt aan het Reindeer Lake in de provincie Saskatchewan. Hier is het viskamp “the Grand Slam Lodge” waar Koos en Annie al 10 jaar komen. Van hieruit organiseren ze iedere dag de vistrips op het meer. Onderstaand volgt een verslag van deze reis, in de volgorde van de letters van het alfabet.

De A van Alfred Olsen onze visgids. Deze native Canadees woont en werkt al zijn hele leven in de omgeving van het Reindeer Lake. Hij kent het meer en de omgeving als geen ander. Op dit grote water met zijn wirwar van eilanden, baaien en poelen weet hij precies de weg. Dat is wel nodig ook, want je kunt er hopeloos verdwalen. Hij is vanzelfsprekend een heel goede visser. Als je hem een hengel geeft of als hij hem zelf pakt dan vist hij mee. Met zijn hand aan het gashendel weet hij de boot overal goed door te manoeuvreren, zodat je tot diep in de ondiepste plekken van de baaien en poelen kan komen. Zelf passeert hij vaak als eerste de snoek en vangt duidelijk meer dan zijn klanten. Dat je als gids af en toe even meevist, daar heb ik niets op tegen, maar hij vist te vaak mee. Hij vangt dus ook veel snoeken en de meeste snoeken boven de meter (die hij eigenlijk ons had moeten laten vangen). Dit was een van de weinige minpuntjes van deze mooie 12 dagen vissen. Voor de rest niets mis met deze goede gids. Hij brengt je op de mooiste plekken, helpt met het soms moeilijke onthaken en doordat hijzelf meevist, kun je goed zien hoe hij het doet.

De A is ook van Adembenemend mooi. Het Reindeerlake is een oase van rust, waar de natuur zo op het oog nog niet bedorven is door de verandering van het klimaat. Geen geluid van vliegtuigen, auto’s en andere moderne vervoersmiddelen. Rust en stilte waardoor je de geluiden van, bijvoorbeeld een loon, (een watervogel) ver over het water kon horen

De B van de Bree. Koos en Annie,onze Nederlandse gastheer en-vrouw, organisatoren en gidsen. Zij verzorgen alles.De reis, het verblijf ter plekke, het eten, alles is goed geregeld. Heb je vragen dan kan je bij ze terecht en regelen ze het voor je. Een grote pluim voor dit echtpaar. Koos is naast Alfred ook extra gids. Hij weet na 10 jaar ook goed de weg op het meer.

Ook de B van Boot. Op het meer verplaatsen we ons in goede ruime aluminiumboten met 50 Pk motoren die prima ingericht zijn voor de visserij op snoek en meerforel. Met een vaart van 40-50 km per uur verplaatsen we ons over het meer van de ene naar de andere stek. Maar ook de B van de vele mooie Baaien met zijn prachtige snoekbiotopen, waar we ook af en toe mooie grote Beverburchten tegenkomen.

De C van Commercial fishing. Op het meer mag ieder jaar een bepaalde hoeveelheid vis(quota) gevangen worden. In de periode dat wij er zijn, worden er door commerciële vissers over een groot gedeelte van het meer op specifieke plekken netten uitgezet. Totdat de quota bereikt is (meestal binnen 2 weken) wordt er volop gevist. In deze periode zie je de nodige bootjes voorbij scheuren naar de visafslag in Kinoosoa waar de vis verder verwerkt en in het ijs gelegd wordt. Iedere dag vertrekt er een truck met volle oplegger naar Winnipeg voor de verkoop. Voor de mensen hier is dit een belangrijke bron van inkomsten. Door de strenge quotering blijft er tot nu toe meer dan voldoende vis over om
er ook gewoon op te kunnen blijven vissen.

De D van Dinner of het avondeten. Dit is iedere keer heel gevarieerd. Heerlijke salades (de Annie specials) meerforel, snoek, vlees van de eland, kariboe, de gewone koe, hamburgers, fish en chips, maar ook een dag met een gewone Hollandse pot met aardappelen, doperwten, vette jus en steak. Als drank een afwisseling van cola of ginger ale al dan niet met whisky. Witte en rode wijn en natuurlijk koffie en thee. Als toetje het speciale Canadese ijs, yoghurtjes of fruit.

De E van bold Eagle. Deze hebben we onderweg af en toe gezien. Hun voornaamste voedsel is de snoek. Die liggen in de ondiepe poelen te rusten en zonnen, waar ze door de eagles vanaf grote hoogte te zien en dus te vangen zijn. Een keer hebben we zo’n duikvlucht gezien. We zijn ook een groot nest met een jong tegen gekomen, waar de ouder
(doordat wij in de buurt waren) op afstand omheen vloog.

De F van Floyd Olsen. Dit is de eigenaar van het viskamp en broer van Alfred. Hij heeft mooie verhalen over het jagen op beren, wolven, eland, kariboe, bever en andere spannende belevenissen in de wildernis. Het leven in afgelegen gebieden kan mooi en avontuurlijk zijn maar heeft bij moeilijke (klimatologische) omstandigheden ook zijn minder plezierige kanten. De G van Gunner. Een mooie nog jonge Canadese husky van Alfred die iedere dag een paar keer langs komt voor wat etensresten. De bewaker van het kamp tegen beren in de zomer en wolven in de winter. In een echt gevecht tegen deze wilde dieren is hij overigens kansloos, maar om te waarschuwen prima.

De H van Hengels. Ja, daar heb je er wel een aantal van nodig. Ben je van plan om na het lezen van dit verhaal (het fotoboek en de film, zijn te zien op de thema-avond in het najaar) ook naar dit viskamp in Canada te gaan dan heb je minimaal nodig:

2 spinhengels van 35-60 gram met een lengte 2.40-2.70 meter,
1 kort strak hengeltje voor verticalen op meerforel (kan je ook een korte stugge spinhengel voor gebruiken),
1 jerkbait hengel van 80 gram voor de jerkbait liefhebbers.
Aangevuld natuurlijk met het nodige kunstaas. Koos adviseert ons hierover.
Ben je vliegvisliefhebber dan ook vlieghengel voor een # 9-10 met drijvende lijn voor op de snoek en een snelzinkende lijn (minimaal teeny 300-400) voor vissen op lake trout. Echt grote snoeken vang je op grote vliegen (werpt wel erg moeilijk en niet zover).

De I van Islands. Het Reindeer Lake is qua oppervlakte ongeveer de helft van Nederland en dus een heel groot meer. In dit meer bevinden zich eilanden van allerlei grootte, zo’n 4000 in totaal. Dit zorgt ook voor prachtig groot en klein open water, (on)diepe baaien, poelen en wonderschone snoek-biotopen. De snoek bevindt zich hier in de maanden juni,
juli, augustus en september. De snoek vang je voornamelijk tussen de 1-3 meter. De meerforel vang je tussen de 10-20 meter diepte op de riffen.

De J van Jagen. In de omgeving van het Reindeer Lake is nog voldoende wildlife waarop in de maanden september en oktober gejaagd mag worden. Ook hiervoor gelden gemaximaliseerde aantalen per native canadian indian. De jacht is nl. op beren, elanden, kariboes en wolven.

De K van Kinoosoa. Het plaatsje waar het viskamp is gelegen. De ongeasfalteerde weg vanuit Lynn Lake eindigt hier. Er leven ongeveer 80 mensen, waarvan een deel afstamt van native Canadian indians. Buiten het vissen om, niet echt de place to be. Wat huizen, een klein, zeer beperkt supermarktje, die voor de eerste levensbehoeften zorgt. Een museumpje en een klein lagere schooltje voor 10-15 kinderen in de leeftijd van 4 -12 jaar. Kinderen die hier niet of nauwelijks een toekomst hebben. Voor de volwassenen is het de visserij, de jacht en het onderhoud aan de heg/bosbouw die voor wat inkomsten zorgt, in combinatie met een uitkering van de regering. Het Kamp zelf bestaat uit een vijftal blokhutten die tussen de bomen opgesteld staan. In onze hut staan 2 stapelbedden, 2 kledingkasten en een tafel met 4 stoelen. Er is geen warm en koud stromend water in de blokhutten, maar er is een apart klein minimaal gebouwtje voor was-en douche gelegenheid. Hier wel warm water. Met uitzondering van het gezellige hoofdverblijf,
waar we eten, zijn de hutten sober ingericht. Elektriciteit wordt via een generator opgewekt. De hutten liggen op een 50 tal meters van het water, waar goed uitgeruste boten liggen om mee te vissen. Vanuit het kamp kijk je op het meer. In de avondschemering is de zonsondergang wonderschoon.

De L van Lake Trout. Vissen op Lake Trout hebben we 5x gedaan. Is qua techniek te vergelijken met verticalen op snoekbaars. Met een kort stijf hengeltje (max 2.10 m) en pilkers tussen de 25-40 gram kom je een heel eind. De vissen vang je tussen een diepte van 10-15 meter. Ze zijn tussen de 60-90 cm en erg sterk. Er zijn dagen bij dat ik in 1 ½ uur tijd een 15 tal meerforellen ving. Dat is echt prachtige sport en als afwisseling aan het einde van een dag op snoek erg leuk om te doen.

Ook de L van Loon. Een van de weinige watervogels die je regelmatig hoort en vervolgens ook ziet. Ze leven van kleine visjes, zijn dus zeer goede duikers en onderwaterzwemmers. Ze worden ongeveer 80-90 cm groot. Van deze watervogelsoort hebben we ook twee nesten met gemiddeld 1-3 grote donkergroene eieren gezien.

De M van Minnows. Dit zijn kleine zilverkleurige visjes van tussen de 5-10 cm die uit de maag van een meerforel komen. Het zal je niet verbazen dat de zilverkleurige 25 grams pilkertjes goed kunstaas is voor de meerforel. Maar ook de M van muggen, waar we overigens niet of nauwelijks last van hebben. Dat kan heel anders en een ware plaag zijn.
Dus altijd muggenspray meenemen.

De N van Northern Pike. Hiervoor kwamen we naar Canada. Deze vis is in bepaalde gebieden en op bepaalde plaatsen (samen met andere vis) nog ruimschoots aanwezig in het Reindeer Lake. Vangen doe je ze aan lepels, anti-wierlepels, kikkertjes, jerkbaits, pluggen en natuurlijk ook op de vlieg. Gemiddeld hebben we zo’n 30-40 snoeken per dag gevangen waarvan ongeveer 65 % tussen de 40-70 cm, 33 % tussen de 70-1.00 m en 2 % boven de meter is. Ik schat dat we (met zijn zessen) in totaal zo’n 20 snoeken boven de meter gevangen hebben, waarvan 15 tussen de 1.00-1.10 m, 4 tussen de 1.10-1.15 meter en 1 snoek van 1.24 m. Ondergetekende ving met mazzel ook één zeldzame zilver, lichtblauwachtige blue Pike van 85 cm.

De O van Other spot. Dat roept onze gids Alfred iedere keer als we na 5-10 minuten geen of te weinig beet hebben. Maar ook de O van ontbijt, met ham and eggs, pancakes met stroop of jam en de onvermijdelijke pindakaas. En natuurlijk een lekker kop koffie erbij.

De P van Pudding. Tot slot van het avondeten puddinkjes met verschillende smaken of Canadees ijs met een scheutje whisky. Maar ook de P van de vele kleine en grote poelen, met waterplanten, bomenstronken, takken en verschillende bodemplantstructuren die voor prachtige snoekbiotopen zorgen.

De R van reis. Je reist heel wat af om er te komen. Van Amsterdam naar Minneapolis, vervolgens naar Winnipeg Canada. Hier overnacht je en de volgende ochtend om 7.00 uur weer verder voor een vlucht van 2 ½ uur naar Lynn Lake. Eerst 2 uur boodschappen doen in de plaatselijke supermarkt en aansluitend nog een autorit van 2 uur naar Kinoosoa. Dit plaatsje ligt aan het Reindeer Lake. Je komt daar om ongeveer 14.00 uur aan. Je bent dus 1½ dag onderweg voordat je op de eindbestemming bent. Het tijdverschil met Nederland is 8 uur. Reken voor acclimatisatie één uur per dag. De terugweg gaat sneller. Geen extra overnachting, dus met een lange dag weer thuis.

De S van Spoon. Of lepel. De geelgroen, oranje kleurige lichtelijk fluorescerende lepel met zwarte streepjes ligt duidelijk voor op al het andere kunstaas. Dit, in combinatie met snel indraaien, geeft de beste vangkansen.

De T van Tree. Dit zijn de vele berken-en dennenbomen, die overal rondom het meer aan de oevers staan. In combinatie met een licht glooiend landschap zorgt dit voor mooie, maar ook veel dezelfde vergezichten. Door blikseminslagen zijn er ook af en toe van die smeulende bosbrandjes. Dat kan je zien en ruiken. Wij zien, gelukkig op grote afstand, ook zo’n rokerige bosbrand.

De U van Unbelievable. Vertaald betekent dit ongelofelijk. Het woord dat Hans, een van de andere reisgenoten, regelmatig gebruikt. Hij vindt veel prachtig en heel speciaal.

De V van Vlieg. Mijn wens is het om met de vlieghengel een snoek van over de meter te vangen, want dat is me na al die jaren met de vlieg op snoek in Nederland nog steeds niet gelukt. Wel ettelijke die dicht tegen de meter aanzaten, maar niet erover. Waarom speciaal op de vlieg? Dat is toch iets moeilijker en je vangt minder! Ja, dat is zo, maar ik ben uiteindelijk vliegvisser. Ik vind het een sportievere manier van vissen (vaak weerhaakloos) en je hebt een eerlijkere strijd. Een grote snoek op de vlieghengel landen is moeilijker en daarom ook uitdagender. Het geeft me meer voldoening dan op een kunstaashengel met dubbele dreggen. Om een lang verhaal kort te maken, het is me uiteindelijk gelukt. Op een grote rood-witte tandemvlieg, dus met 2 grote weerhaakloze Ad Swier haken, vang ik vlak na elkaar een snoek van 1.24 en een van 1.08 meter. Dit is pas op de 9e visdag, nadat ik de dagen ervoor al ettelijke malen met de vlieghengel geprobeerd heb om een grote snoek te vangen en wat maar niet lukte. Ik had de moed al een beetje opgegeven. Maar goed, de aanhouder wint, waarbij ik overigens wel moet bekennen natuurlijk ook de nodige mazzel te hebben gehad. Op weerhaakloze vliegen heb je ook veel losschieters en missers. Kunstaas met dreggen zit 4 van de 5 keer vast, maar bij vliegvissen op snoek mag
je blij zijn als je bij de helft van je aanbeten de haak goed zet. Deze aanbeet zit goed dubbel achter in de kaak gehaakt (de vlieg werd helemaal naar binnen gezogen), zodat het uiteindelijk een kwestie was van de lijn goed strak houden en goed uitdrillen. Dat alles bij elkaar duurt ongeveer 10 minuten. Laat ik heel eerlijk zijn, een snoek van 1.24 m op de
vlieg zal me waarschijnlijk nooit meer gebeuren. Ook de gids geeft toe dat hij dat niet zo vaak meemaakt.

Ook de V van Vergunning. Je vist in de staat Manitoba en in de staat Saskatchewan. De grens van deze 2 provincies loopt namelijk bij het viskamp over het meer. Daarom moet je er twee vergunningen kopen. Bij elkaar zo’n 100 Canadese dollars voor 2 weken vissen. De Wvan Walleye. Walleye is de Amerikaanse variant van snoekbaars. Ook die komen op sommige plaatsen veel voor in het Reindeer Lake. Onze gids weet die plekken natuurlijk, anders is het zoeken naar een speld in een hooiberg. We hebben er niet specifiek opgevist, maar toch een stuk of 15-20 tussendoor gevangen. Ze worden hier niet groter dan 60-70 cm en zijn donkerder van kleur.

Ook de W van Weather of het Weer. Dat is over het algemeen goed. Meest half bewolkt, een graadje of 15-25 C, wind tussen kracht 1 tot 6 en twee dagen met regenbuien. Over het algemeen goed visweer dus.

De Z van Zon. Deze hoort natuurlijk ook bij bovenstaand onderwerp. Maar ik vermeld het eigenlijk in verband met verbranden. Neem ook als het niet te warm is en de zon niet volop schijnt altijd zonnebrand mee. Insmeren dus, zeker als je een gevoelige huid hebt. Al met al een zeer geslaagde reis waarop we veel snoek en ook de nodige meerforel
gevangen hebben. Koos en Annie bedankt voor de organisatie en de goede verzorging ter plekke.

Axel Koenders

Google Maps